Terug naar vorige pagina
Omstreeks 1930 nam de vraag naar drinkwater in Laren dusdanig toe dat het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland besloot tot de bouw van een nieuw complex waarin zowel waterwinputten als een reservoir zouden worden opgenomen. Als locatie werd gekozen voor een licht geaccidenteerd terrein van vijf hectare, aan de ene zijde grenzend aan het Goois Natuurreservaat en aan de andere zijde aan de rijksweg van Amersfoort naar Amsterdam (de huidige Al). Dit terrein had de voor de Waterleiding Maatschappij gunstige hoogte van 28 meter boven A.P.. Landschappelijk gezien was het echter door het natuurschoon een zeer gevoelig gebied. Een van de voornaamste eisen voor het verkrijgen van toestemming van de gemeente Laren was dan ook dat het natuurschoon van het omringende heidelandschap zoveel mogelijk intact zou blijven. I)e gemeente had als suggestie meegegeven dat de toren niet abrupt verticaal omhoog zou rijzen maar door combinatie met lagere bebouwing een goede overgang met het landschap te creƫren. Een wens was de toren tevens als uitzichtspunt te laten dienen, een uitzicht dat bij helder zicht aan de westzijde de vele torens van Amsterdam liet zien en aan de zuidzijde de Domtoren van Utrecht. De traditie van watertorenbouw was in ons land nog niet oud. De vroegste torens dateren pas uit het laatste kwart van de vorige eeuw en sloten stilistisch aan bij de toen heersende bouwtrant. Het silhouet werd gekenmerkt door het uitkragende waterreservoir. Aan het begin van onze eeuw won het type waarvan schacht en reservoir een eenheid vormen steeds meer terrein. We zien nu ook torens opgetrokken uit in het zicht gelaten gewapend beton, een bij dit bouwtype voor de hand liggende ontwikkeling omdat voor het ontwerpen veelal ingenieurs werden aangezocht. Het Waterleidingbedrijf nodigde voor het project in Laren een zestal architecten uit om onder motto een schetsontwerp te maken voor een watertoren met kantoren en dienstwoningen. Het waren de architecten Th Rueter, H. Sangster, J. Baanders, H.T. Zwiers, H.F. Mertens en W.Hamdorff. De keuze viel op het ontwerp Hoog Water; dat na opening van de naambrieven van de Larense architect Wouter Hamdorff bleek te zijn. Nieuw in dit ontwerp was Hamdorffs houding ten aanzien van utiliteitsbouw; hij trachtte op geen enkele wijze het gebouw zijn functie te ontnemen. Dit ontwerp stond in schril contrast tot een slechts enkele jaren eerder ontwerp van zijn hand, uit 1929, ook voor een watertoren, dat hij toen een uiterlijk had gegeven dat veel gelijkenis vertoonde met onze Nederlandse molens. Eenzelfde verhullen van de eigenlijke functie laten ook de ontwerpen van zijn mededingers zien. Door bekroningen hetzij met een spits of anderszins doet hun verschijningsvorm meer aan stadhuis- dan aan watertorens denken. Hamdorff zag zich voor een moeilijke bouwopgave gesteld:een watertoren van maar liefst vijfendertig meter hoog, omgeven door bijgebouwen, die niet in het laagbegroeide landschap zou storen. Hamdorff koos voor het type waarvan ondersteuning en reservoir een eenheid vormen. De constructie van gewapend beton bekleedde hij met een volkomen ongelede baksteenmantel. Als baksteen koos hij zogenaamde mondklinkers; afgekeurde paarsgesinterde, soms zeer kromgetrokken baksteen, waarvan de kleur perfect aansloot bij het omringende heidelandschap. Het torenlichaam vormt een driekwart cirkel die eindigt in een vlakke muur. Boven de dienstingang bevindt zich een hoog raam dat de pompkamer verlicht. Rechts hiervan is een vierkante traptoren geplaatst die iets hoger is dan de watertoren. Vanuit de voet van de toren waaieren drie armen uit die voor de vloeiende overgang met het omringende terrein zorgen. De noordwestelijke arm bestaat uit een galerij, kantoorgebouwen en dienstwoningen. Het doorzicht door de galerij houdt de relatie met het achterliggende landschap in stand. Deze galerij vormt de verbinding tussen de toren en de dienstgebouwen.
Bron: NAI  
Link werkt niet meer.  
462-1 463-2
463-3

Bron: Bouwkundig Weekblad Architectura 1931
462-2
Architect Wouter Christiaan Hamdorff sr. (1890-1965)

Tot aan het uitbreken van de tweede wereldoorlog bleven de opdrachten binnenstromen. In de dertiger jaren is er een duidelijke stijlverandering aan te wijzen in Hamdorffs werken. Zijn ontwerpen worden strakker en soberder van vorm. maar blijven toch steeds vanuit een romantische opvatting geconcipieerd. Een van de hoogtepunten uit deze jaren is het winnen van de prijsvraag en de daaruit voortvloeiende opdracht voor het Watertorencomplex te Laren van de Provinciale Waterleiding Maatschappij Noord-Holland (P.W.N.)
463-1  
   
Baanders
465-1  
   
464-1rueter
464-2
   
467-1  
467-2
   
466-1  
466-2