A	B	C	D	E	F	G	H	I	J	K	L	M	N	O	P	R	S	T	U	V	W	X	Y	Z

Overzicht Architecten				Terug naar vorige pagina
Architect	Picture	Oeuvre	Jaar	Synopsys:
A
A.C. Alberts		Leijduin Zuiverings- installatie	1995?	Anton Carel (Ton) Alberts werd in 1927 geboren in Antwerpen en groeide op in Amsterdam. Hij studeerde aan het École des Beaux-Arts in Parijs en de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. De laatste studie ronde hij in 1954 af.

B				Top
C.J. Baijens		Udenhout Capucijner klooster	1920	De architect van het studieklooster van de Kapucijnen te Biezenmortel is broeder Felix van Dennenburg, in de wereld Cornelis (Kees) Johannes Baijens, geboren op 6 oktober 1863 te Deursen - Dennenburg (gemeente Ravenstein). Kees Baijens bezocht de Middelbare School voor Tekenen te Ravenstein en leerde het vak bij diverse patroons, onder andere in Tilburg.
F.C. de Beer		's Hertogenbosch mengfabriek de Heus	1909	F.C. (Frans) de Beer leefde van 1873 tot 1960 en was een bekende en productieve architect in Tilburg (en ook daarbuiten). Hij is vooral bekend geworden door zijn utiliteitsbouw zoals fabrieken en winkelpanden. Daarbij had hij oog voor eigentijdse stromingen zoals de nieuwe zakelijkheid en de Amsterdamse School.
G. Beltman		Ulft Emailleerfabriek	1913	Enschede; ook Beltman, G.A. Bouwde samen met zijn zoon Arend Gerrit Beltman (1869-1934) de textielfabriek in Winterswijk. Richtte samen met broers Hendrik H. en Arend G. de Gebr. Beltman op.
A. Beltman		Boekelo Stoomblekerij	1890
		Eindhoven Philipsgebouw	1911
		Enschede Menkotoren	1912
		Almelo Spinnerij 1	1916
		Almelo Spinnerij 2	1916
		Borne Spanjaard 1	1919
		Losser van Heek	1926
L.M.. van den Berg		Den Haag Catsheuvel	1929	L.M. van den Berg bouwde in Batavia grote kantoorgebouwen, in Den Haag flatgebouwen. Hij was ongeveer 15 jaar stedenbouwkundig adviseur van de Turkse regering. Verder vervulde hij een leidende functie bij de dienst van Gemeentewerken te Utrecht, met belangrijk aandeel in de voorbereiding van stadsuitbreiding.
		Den Haag Duinwyck	1930
		Den Haag Residence Carnegie	1931
C.H. de Bever		Zevenbergen	1947	Aanvankelijk werkte hij op het architectenbureau van W.G. Welsing te Arnhem en 's-Gravenhage. Vanaf 1921 werkte hij bij het architectenbureau van Louis Kooken, trouwde met diens dochter, en vanaf 1933 ging het bureau Kooken en De Bever heten. Na de dood van Kooken in 1940 heette het architectenbureau "De Bever".
C.H. de Bever		Almkerk	1949
J. van Biesen		Arnhem Steenen Tafel	1928	Johannes van Biesen werd geboren op 23 augustus 1892 in Amsterdam. Zijn ouders hadden een slagerij aan de Ceintuurbaan. Johannes toonde belangstelling voor de beeldende kunsten en mocht een opleiding volgen aan de Quellinusschool. Van Biesen koos al snel voor de richting van de architectuur
N. Biezeveld		Rotterdam Delfshaven	1883	N. Biezeveld ging naar de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam voor een opleiding tot timmerman. Daarna werd hij gemeentearchitect van Delfshaven. Na tien jaar specialiseerde hij zich in het aanleggen van waterleidingen en het bouwen van watertorens. De bouwstijl die hij toepaste was classicistisch, soms met neogotische elementen.
		Monster	1886
		Enschede Hoog&Droog	1890
		Vlaardingen Emmastraat	1895
		Hellevoetsluis	1896
		Alphen a/d Rijn. De Hoorn	1902
		Alphen a/d Rijn. P. Hendrik	1911
		Rijswijk Jaagpad	1911
L.A.H. Blank		Ginneken	1904	Geen info
W. ter Braake		Assen Troelstralaan	1960	Na zijn studie bouwkunde en opleiding tot architect is Wolter ter Braake als architect/stedenbouwkundige aan de slag gegaan in Assen
J.J. Brandes		Den Haag Parkflat Marlot	1934	Jacobus Johannes Brandes was een Nederlands architect. Co Brandes was samen met Jan Wils één van de belangrijkste architecten van de Nieuwe Haagse School. Deze stijl bestond grofweg tussen de jaren twintig en vijftig van de twintigste eeuw, met een hoogtepunt rond 1930.
M. Brinkman		Rotterdam Meelfabriek "De Maas" (Meneba)	1914	De zelfstandige carrière van Michiel Brinkman omvat slechts 15 jaar, van 1910 tot 1925. Dit was voor de Nederlandse architectuur echter een cruciale periode. Het werkterrein van de architect verschoof van de traditioneel-representatieve opgaves naar nieuwe gebieden, met name naar industrie en handel en - sinds de invoering van de Woningwet in 1902 - naar...
A.I.J. de Broekert		Eindhoven Klokgebouw	1928	A. de Broekert was de vaste bouwmeester van het Philipsconcern en tevens lid van de gemeenteraad.
A. Broese van Groenou		Den Haag Zorgvliet	1927	Het flatgebouw Zorgvliet is na Groenouwe wel het meest imposante bouwwerk van Broese van Groenou. Stilistisch sluit het aan bij de hierboven besproken villa Tubantia. Alle plattegronden zijn meeondertekend door A. Alberts, een ingenieur over wie verder weinig bekend is en die mogelijk hoofdzakelijk inzake de betonconstructies adviseerde.
H. Brouwer		Zaltbommel Nieuwe Watertoren	1964	Hendrik Brouwer werd op 5 augustus 1920 te Groningen geboren. Hij volgde de HBS te 's-Gravenhage en behaalde aldaar in 1939 het einddiploma HBS-B. Vervolgens studeerde hij aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij in 1949 het diploma van bouwkundig ingenieur verwierf.
J. Buining		Franeker	1925	Na het voltooien van de watertoren in Almelo in 1926, start hij met het ontwerp van een watertoren midden op het NYMA-fabrieksterrein aan de rivier de Waal in Nijmegen. NYMA staat voor de steden Nijmegen en Maastricht. Het werd onderdeel van een kunstzijdefabriek en de locatie van de toren is uniek. De draagconstructie van gewapend beton is duidelijk zichtbaar. De bouw start in augustus 1928 en is op 15 oktober 1929 voltooid.
		Almelo Reggestraat	1926
		NYMA Nijmegen	1929

D				Top
J.G. Deur		Helmond Juvenaat	1928	Architect uit Nijmegen
A.E. Dinger		Geleen Mauritsmijn 1	1924	Ir. A.E. Dinger, hoofdingenieur, der Staatsmijnen, werd op 17 Januari 1888 te Batavia geboren. Eerst 28 jaar oud behaalde hij in 1910 het diploma civiel-ingenieur aan de technische hogeschool te Delft. Hij kwam op koninginnedag van hetzelfde jaar naar Heerlen, waar hij als ingenieur bij de bouwafdeling der Staatsmijnen was aangesteld.
A.E. Dinger		Geleen Mauritsmijn 2	1924
J. Duiker		Hilversum Zonnestraal	1928	In 1926 werd het definitieve ontwerp voor de Nazorgkolonie 'Zonnestraal' - waarin ook Bijvoet nog een aandeel had - goedgekeurd. Voor de ingewikkelde betonberekeningen van 'Zonnestraal' had Duiker, evenals bij vroegere ontwerpen, een beroep gedaan op civiel-ingenieur Jan Gerko Wiebenga, vanwege zijn grote kennis van betontechniek.
W.M. Dudok		HIlversum Crailoo	1931	Willem Marinus Dudok (Amsterdam, 6 juli 1884 – Hilversum, 6 april 1974) was een Nederlands architect en stedenbouwkundige. Hoewel niet opgeleid als architect, is hij onder meer bekend door zijn ontwerp van het raadhuis in Hilversum. Hij maakte voor Hilversum in totaal 75 ontwerpen (enkele niet uitgevoerd en enkele reeds gesloopt)
L.C. Dumont		Haarlem Slachthuis	1907	In Haarlem was hij stadsarchitect en van 1902 tot 1930 eerste directeur van Openbare Werken. Dumont maakte in stedenbouwkundig opzicht voor Haarlem diverse uitbreidingsplannen.

E
A.J. van Eck		Oostburg	1950	Arie Jan van Eck vestigde in 1923 (1924 wordt ook genoemd) een bouwkundig bureau te en Haag, dat zich voor de Tweede Wereldoorlog voornamelijk bezig hield met gewapend-beton-constructies. Tot zijn bekendste werken behoren watertorens in Zeeuwsch-Vlaanderen (Oostburg, Terneuzen) en in Venlo.
		Terneuzen	1950
		Venlo	1958
P.J. Elling		Amsterdam Amstelveenseweg	1965	Petrus Johannes (Piet) Elling (Utrecht, 1897-Amsterdam, 1962) was een Nederlandse architect. Voor de Tweede Wereldoorlog bouwde hij voornamelijk villa's, die een sterke beïnvloeding door De Stijl blootgeven. Na de oorlog associeerde hij zich enige tijd met Ben Merkelbach en groeide uit tot een van de belangrijkste architecten van de Wederopbouw.
C. van Eck		Axel	1936	Dhr. van Eck was werkzaam als chef tekenkamer op het waterleidingkantoor aan de Axelsestraat in Terneuzen.
C. van Eck		Oostburg	1942
L.A. van Essen		Ermelo Oud-Groevenbeek	1912	Van Essen was in 1910 de eerste directeur van de Harderwijker Bouwmaatschappij. Voor deze maatschappij ontwierp hij een paar woonblokken aan de Stationslaan in Harderwijk.
C.M.F.H. Estourgie		Oss Villapark	1919	Charles Marie François Henri Estourgie was een Nederlandse architect. Hij begon zijn carrière als leerling op het architectenbureau van Eduard Cuypers. In 1912 kreeg hij in Oss zijn eerste opdracht. Het betrof een kantoorgebouw voor de margarinefabiek van Frans Jurgens.

F				Top
L. Faber		Maastricht Juvenaat	1909	L. Faber ontwierp onder andere het klooster van de Broeders der Onbevlekte Ontvangenis te Maastricht
W.F. Fontein		Geleen Stikstofbindings- bedrijf	1930	De heer Fontein, Leidender van geboorte, kwam als opzichter-tekenaar in dienst. Januari 1926 werd hij bevorderd tot hoofdtekenaar en in 1939 werd hem de titel van ingenieur verleend, nadat hij op de T. H. te Delft geslaagd was als bouwkundig ingenieur. (Deze jaartallen houden in dat Fontein de watertoren ontwierp terwijl hij nog geen ingenieur was, maar hoofdtekenaar. Ietwat onwaarschijnlijk)
G. Forest		Tilburg AaBe complex	1930	Na zijn studie aan het Nationaal College voor Kunst en Architectuur in Valenciennes gaat hij in 1905 in Tourcoing werken bij een architectenbureau dat zich had gespecialiseerd in bedrijfs- en fabrieksgebouwen. In 1906 vond in Tourcoing een grote tentoonstelling plaats, een soort wereldtentoonstelling, geheel gewijd aan de textielindustrie. De tentoonstelling ...
C. Francke		Goes	1912	Francke erlernte als Sohn eines Klempnermeisters den Beruf des Vaters. 1871 siedelte er nach Bremen über und richtete 1872 eine Installationswerkstatt für Wasser- und Gasleitungen sowie Wasser- und Dampfheizungen ein. Er gründete im Jahr 1875 eine Fabrik in Bremen in der Bachstraße, die Gasanlagen in zahlreichen Städten anlegte
C. Francke		Groningen	1912
H. Frankefort		Dongen Fabriekshal	1920
A.R. Freem		Arnhem Gasfabriek	1894	Werkte samen met G.C. Bremer
G				Top
H. van Gent		Emmeloord Poldertoren	1959	In december 1950 schreef de Waterleidingmaatschappij ‘Overijssel’ een openbare prijsvraag uit. De opdracht was een watertoren te ontwerpen met een carillon en een uitkijkplatform. Van de 170 inzendingen werden er drie bekroond. Uiteindelijk werd het ontwerp ‘Motto Utillis’ (Latijn voor nuttig) van de Amsterdamse architect H. van Gent aangewezen om verder uitgewerkt te worden. Hierbij kreeg hij steun van architect J.W.H.C. (Joop) Pot (1909-1972) bij wie hij op het architectenbureau werkte.
J. Gerber		Breukelen	1928	Nadat hij in gouvernementsdienst in Indië grote bouwwerken had uitgevoerd werd ir. Gerber in 1924 benoemd tot directeur van gemeentewerken te Bussum, waar hij, in de jaren der bevolkingstoeneming, leiding gaf aan de uitbreiding der gemeente.
		Lopik	1936
		Dirksland	1941
I. Gosschalk		Amsterdam Westergasfabriek	1883	Gosschalk, die gezien kan worden als de grondlegger van de Nederlandse (of nationale-) neorenaissance, is vooral bekend geworden als architect van, vaak schilderachtige, utilitaire (maar zelden openbare) bouwwerken. De Westergasfabriek aan de Haarlemmervaart te Amsterdam, het Station te Groningen en het inmiddels gesloopte Panopticum, eveneens....
I. Gosschalk		Amsterdam Oostergasfabriek	1885
J.J. Groenema		Den Haag Catsheuvel	1929	Associate van L.M. van den Berg
		Den Haag Duinwyck	1930
		Den Haag Residence Carnegie	1931
P.J. de Gruyter		Olst	1962

H				Top
H.P.N. Halbertsma		Meppel	1886	Hidde Petrus Nicolaas Halbertsma (1853-1929) studeerde werktuigbouwkunde in Duitsland, onder andere bij prof. Intze in Aken aan de Königliche Polytechnische Schule, en aan een gelijknamige school te Hannover. Daar legde hij in 1875 'mit sehr gutem Erlolge' zijn ingenieursexamen af. Hij kreeg werk bij de aanleg van de waterleiding in Hannover. Hij kreeg werk bij de aanleg van de waterleiding in Hannover. Dat is bepalend geweest voor zijn specialisatie in de aanleg van waterleidingen. Toen in 1880 de aanleg voltooid was, sloeg hij een aanbod van een hoogleraarschap In Hannover af. Hij ging wel in op het aanbod van de in die tijd in Duitsland zeer bekende specialist op waterleidinggebied B. Salbach om zijn assistent ter plaatse bij de aanleg van de door hem te ontwerpen waterleiding van Groningen te worden. Daarna vestigde hij zich als ingenieur te Rotterdam. In 1881 kreeg hij opdracht de waterleiding van Schiedam aan te leggen. Later werkte hij gelijktijdig ook aan die te Arnhem en te Vlaardingen, waar de eerste door hem ontworpen watertoren verrees. Daar introduceerde hij de kort daarvoor door zijn leermeester Intze bedachte reservoirvorm in Nederland toen er in Duitsland nog maar enkele torens met een dergelijk reservoir gebouwd waren. (lees meer...)
		Schiedam	1886
		Leeuwarden Zuiderplein	1888
		Amsterdam Amsteldijk	1888
		Almelo Reggestraat	1926
		Almelo Wierdense-straat	1893
		Vlaardingen	1894
		Tilburg Bredaseweg	1893
		Bussum	1895
		Roermond	1897
		Delden	1897
		Roosendaal	1898
		Scherpenisse	1921
J.J.M. van Halteren		Udenhout Huize Vincentius	1925	Van Halteren was de zoon van een aannemer. Hij studeerde aan de Industrieschool in Amsterdam en nam privelessen tekenen, waarna hij ging werken voor architecten als Jan Stuyt, Jos Cuypers en J.P. Bekkers. Ook werkte hij nog korte tijd voor de Rijksgebouwendienst.
W.C. Hamdorff		Laren	1933	In de dertiger jaren is er een duidelijke stijlverandering aan te wijzen in Hamdorffs werken. Een van de hoogtepunten uit deze jaren is het winnen van de prijsvraag en de daaruit voortvloeiende opdracht voor het Watertorencomplex te Laren van de Provinciale Waterleiding Maatschappij Noord-Holland (P.W.N.).
J.M. van Hardeveld		Apeldoorn, Klein Seminarie	1935	Hij was zoon van Johannes Martinus van Hardeveld en Jannetje Hossevoort. Hij ging achtereenvolgens naar de ambachtsschool, de avondtekenschool en de industrieschool, en werkte daarna enige jaren in het timmerbedrijf. Daarna was hij afwisselend opzichter en tekenaar bij verschillende architectenbureaus. In 1917 vestigde hij zich als architect in Amsterdam.
J.P. Hazeu		Assen Rolderstraat	1897	Johannes Petrus Hazeu (Goudswaard, 10 maart 1849 - ????) was een Nederlandse architect. Hij woonde in Groningen en was vooral werkzaam in het noorden en oosten van het land. Hazeu ontwierp onder meer villa's en herenhuizen inDrachten en Groningen, alsmede een aantal watertorens.
		Rotterdam IJsselmonde	1902
		Oldenzaal	1905
		Coevorden	1914
		Dalen	1914
A.D. Heederik		Hazerswoude	1915	Samen met Bas Verhey leidde Arie Heederik DHV tot aan zijn pensionering. Hij vertegenwoordigde de Rotterdamse tak, waar hij het adviesbureau van zijn werkgever Schotel overnam bij diens overlijden in 1912. Heederik was een open, bescheiden man die nooit boos werd. Hij was de nestor onder de drie oprichters.
		Brielle	1923
		Lisse	1925
H.W.F.C. Héman		Vrieheide	1965	Geen info
J.P.L. Hendriks		Wassenaar	1928	De carrière van Johannes Petrus Leonardus Hendriks begon in de jaren twintig van de 20ste eeuw. In deze periode bestonden in Nederland verschillende architectuurstromingen naast elkaar. Al deze stromingen claimden een eigen stijl, maar in werkelijkheid bleken er veel raakvlakken en overlappingen te zijn....
G.W. van Heukelom		Baarle Nassau	1906	In 1891 studeerde hij af als Civiel Ingenieur, als beste student van zijn lichting. Op 1 januari 1891 trad Van Heukelom als adspirant-adjunct-ingenieur aan bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen.
		Utrecht De Inktpot	1921
		Maastricht Spoor- emplacement	1915
J.A. Heykants		Udenhout Huize Assisië	1910	J.A. Heykants was een aannemer en architect en bouwde in zuid-oost Noord-Brabant divers kerken en andere bouwwerken. Hij werkte vanuit zijn woonplaats Erp. Hij bouwde onder meer de toren van de Sint Jans Onthoofding in Liempde. Ook ontwierp hij het Vincentiusklooster in Neerkant, Huize Assisi in Udenhout, de kapel van Huize Padua in Boekel.
K. Hoekzema		Zuidlaren	1895	Kornelis (Klaas) Hoekzema, vaak ook K. Hoekzema genoemd, was een Nederlandse architect en aannemer, die vooral in het noorden van het land actief was. Enkele gebouwen van het psychiatrische ziekenhuis Dennenoord in het Drentse Zuidlaren zijn van Hoekzema's hand.
H. 't Hoen		Amsterdam Haarlemmerweg	1966	In november 1950 benoemd tot bureauchef, belast met architectenwerk bij de Afdeling Gebouwen van de Dienst Publieke Werken te Amsterdam. In 1954 studeerde hij af. Later is hij hoofdarchitect geworden, een functie die hij tot 1985 bekleedde
G.B.F. Hoes		Tiel Nieuwe Watertoren	1946	G.B.F. Hoes werkte sinds 1937 als architect bij de bouwkundige afdeling van de Utrechtse Waterleidingmaatschappij. Verder was hij als particulier architect werkzaam in de woningbouw in de provincies Utrecht en Gelderland.
C.W. Hogendijk		Maassluis	1890	Geen info
A. Holmberg- de Beckfelt		Alkmaar	1900
A. Holmberg- de Beckfelt		Heemstede	1911
H. van Hoogdalem		Rhenen Koerheuvel	1935	De oprichter van de Electriciteits- en Waterleiding Maatschappij Rhenen, Willem de Haas, ontwikkelde in het begin van de jaren dertig het plan voor de watertoren. Een Rhenense architect, H. van Hoogdalem, was het plan ter ore gekomen en op eigen initiatief had hij een gebouw ontworpen dat niet alleen als waterreservoir maar ook als hotel dienst kon doen.
P.A.H. Hornix		Breda Speelhuislaan	1935	P.A.H. Hornix was architect en directeur van de dienst Openbare Werken gemeente Breda van 1930 tot 1950. Hij is de zoon van architect J.M.H. Hornix.
J.P. Houtzagers		Woudenberg Landgoed	1890	Na een periode van opzichterswerk vestigde hij zich in 1882 in Utrecht als architect. Hij was hier eveneens directeur en docent aan Het Utrechtsch Museum van Kunstnijverheid gedurende 37 jaar. Enkele bekende leerlingen van hem zijn Gerrit Rietveld en Jan van der Lip.
J.M. Hurks		Steenbergen	1950	Jacques Hurks, ook wel aangeduid als J. Hurks of J.M. Hurks, was een architect uit Roosendaal en heeft kerken, villa's en civiele bouwwerken ontworpen die voornamelijk in West-Brabant te vinden zijn. Een aantal daarvan zijn geklasseerd als rijksmonument.
J.M. Hurks		Stampersgat	1952
M. van Huut		Leijduin Zuiverings- installatie	1995?	Max van Huut (Jakarta, 7 december 1947) is een Nederlandse architect die vooral bekend is door zijn organische architectuur. Sinds 1958 woont hij in Nederland.
I
A.J. Ilcken		Zierikzee	1930	Arnoldus Jacobus Ilcken (1891- 1979) werd op 5 juli 1891 te Baarn geboren. Hij kwam in september 1919 naar Zierikzee waar hij was benoemd tot ingenieur van het Waterschap Schouwen. Hij was tevens werkzaam als bouwkundige/architect. Op grond van het Zuiveringsbesluit 1945 werd hem ontslag verleend als ingenieur van het Waterschap Schouwen. Hij overleed in ’s-Gravenhage.

J				Top
D. Jansen		Zeist Woudschoten	1932	Daniël Jansen was ingenieur. Onder de door hem ontworpen projecten zijn het conferentiehuis 'Woudschoten' te Zeist, landhuizen te Emmen, en vele boerderijen. Hij was lid van de gemeentelijke monumentencommissie in Utrecht en curator van het Instituut voor religieuze en kerkelijke kunst.
H.G. Jansen		Zaandam Verkade Zaanzijde	1904	Na verloop van tijd vestigde hij zich als zelfstandig architect en kreeg een aantal belangrijke opdrachten, zoals van de firma Verkade in Zaandam, de Amsterdamsche Rijtuigmaatschappij en de Incassobank.
H.J. Jesse		Leiden Houtmarkt		Hendrik Johannes Jesse werd in Zaltbommel geboren. Al op jonge leeftijd had hij de wens architect te worden. Om de kans op slagen te vergroten trok hij in 1877 naar Leiden. Daar kwam hij in de leer bij de oud-Zaltbommelaar W. Kok....
F.A. de Jongh		Oud Beierland	1888	F.A. de Jongh ontwierp drie watertorens en was betrokken bij het ontwerp van de eerste watertoren in Oud-Beijerland. Zijn ontwerpen kenmerken zich door het streven de minder fraaie uitkragende Intze-reservoirs te verhullen in een meer algemeen silhouet.
		Nijkerk	1898
		Zwijndrecht	1898
		Schoonhoven	1901

K				Top
J. Kalff		's Hertogenbosch Hinthamerheide	1885	Omdat er in die tijd verschillende ontwerpers e.a. waren met die naam, bestaat bij bepaalde bouwwerken onduidelijkheid over de vraag om welke Jan Kalff het precies gaat. Volgens Harry Boekwijt is de Jan Kalff van de Bossche watertoren een vroegere hoofdingenieur van de Staatsspoorwegen.
J.J. Kanters		Rotterdam Katoenveem	1920	Ook voor de bouw van het Katoenveem aan de Keilestraat (1920) werkt Kanters samen met Van Waning. Dit zeer vooruitstrevende gebouw is ook geheel in gewapend beton uitgevoerd. Het pakhuis heeft tegenwoordig de status van Rijksmonument.
J.F. Klinkhamer		Ouderkerk a/d Amstel Kruitfabriek	1895	Het snel veranderende Nederlandse stadslandschap in de negentiende eeuw bleef Klinkhamer niet onopgemerkt. Hij zag hier de kans voor architecten om hun kunde breder in te zetten. Industriele gebouwen bepaalden de nieuwe entree tot de stad.
J.A. van der Kloes		Dordrecht Oranjelaan	1882	De watertoren aan het Wantij inclusief leidingnet zag in 1882 het licht, en is thans in gebruik als hotel.
J.P. Kloos		Vogelezang Druktoren	1957	J.P. Kloos werd in 1905 geboren te Schiedam. Na drie jaar HBS bezocht hij tussen 1922 en 1925 de MTS in Utrecht. In 1925 vervolgde hij zijn opleiding aan het VHBO in Amsterdam, waar hij overdag op het bureau van G.J. Langhout werkte aan het gebouw voor 'Eigen Hulp' aan de Rijnstraat.
E. Knevel		Ermelo Veldwijk	1898	Dit betrof de verhoging van de watertoren in Veldwijk.
		Wolfheze	1907
		Halsteren	1908
Th.K.J. Koch		Oosterbeek	1938	Drie watertorens en een aantal landhuizen op de Veluwe herinneren nu nog aan zijn particuliere bouwbureau in Renkum. De torens uit 1938 kenmerken zich door een akelijk expressionistische stijl. De na-oorlogse watertoren in Wageningen is meer functionalistisch van opzet.
		Doorwerth	1938
		Wageningen	1948
L.J.P. Kooken		Bladel	1916	Lodewijk Kooken Lodewijk, Josephus, Petrus Kooken is in 1867 geboren te Eindhoven of Weert en is gestorven in 1940 te Tilburg *). Hij had een eigen architectenbureau in Eindhoven. Hij bouwde kerken, kloosters, utiliteitsbouw, fabrieken, woonwijken en woningen.
L.J.P. Kooken		Eindhoven Willem Elsschotlaan	1904	In 1903 begon men daadwerkelijk met de aanleg van het drinkwaternet, daarbij inbegrepen een watertoren, een machinekamer met ketelhuis, twee dienstwoningen en kantoorruimten, twee stoomketels, twee stoompompinstallaties en een buizennet.
A. Kool		Hoogeveen	1927	Hij ontwierp onder meer kerken en woningen. Kool werkte veelvuldig samen met de architect Albert Hendrik van Rood. Hij bouwde "gewone" huizen, totdat hij de Amsterdamse School ontdekte. Kool woonde lange tijd in Ede en hij overleed op 60-jarige leeftijd in Utrecht.
J.H.J. Kording		Berg en Dal	1929	Hij slaagde in 1925 voor de avondcursus Middelbaar Technisch Onderwijs, waarna hij naar de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag ging. In 1929 voltooide hij daar de opleiding Architectuur. Vervolgens kreeg hij een aanstelling bij het Rijksbureau (later: Rijksinstituut) voor de Drinkwatervoorziening. Kording heeft in de periode 1929-1959 diverse watertorens ontworpen
		Borne	1932
		Eibergen	1935
		Oss	1935
		Oost-Souburg	1939
		Helmond	1948
		Vlaardingen	1955
		Den Helder	1958
J.E.W.G. Kortlang Fzn.		Ermelo 's Heerenloo	1910	J. Kortlang was de zoon van Fokko Kortlang, de stichter van 's Heeren Loo die zelf ook architect was. Met zijn vader als bouwheer ontwierp Joh. Kortlang Fzn. op het terrein van ’s Heerenloo diverse paviljoens. Maar ook tekende hij boerderijen,directeurs- en onderwijzerswoningen, een watertoren, een transformatorhuisje, fietsenstallingen, alsmede een kerk.
A.T. Kraan sr.		Bennebroek Psychiatrische inrichting	1929	De Oegstgeestse architect Kraan sr. ontwierp diverse kerken maar ook scholen, fabrieken, instellingen alsook een bioscoop. Hieronder zijn het gebouw voor Geestelijke Gezondheidszorg aan de Rijksstraatweg 113 te Bennebroek en de Kaasmarktschool aan de Koppenhinksteeg/Hooglandse Kerkgracht te Leiden.
M.H. Krabshuis		Nijverdal	1925	Geen info
R. Kuipers		Wageningen	1987	Roelof Kuipers werd 28 augustus 1855 te Gorredijk geboren als zoon van Egbert Roels Kuipers. De vader was timmerman-aannemer die in de omgeving van Heerenveen en in Opsterland in de jaren-'70 van de vorige eeuw nogal wat bouw- en waterbouwwerken uitvoerde. In 1875-'76 bouwde hij in Gorredijk zowel de boterwaag als het postkantoor, beide naar ontwerp van de toen in Leeuwarden wonende architect A. J. van Beek. Het hele gezin Kuipers verhuisde omstreeks 1884 naar de randstad, maar nog in 1878 werd er in de Leeuwarder Courant een fabrieksgebouw aan het Zuidvliet te Leeuwarden aanbesteed, waarvoor architect R. Kuipers verantwoordelijk was. Roelof Egberts Kuipers woonde toen enige tijd in Leeuwarden. In die periode ontving een jongere broer van Roelof, Tjeerd, bouwkundige tekenlessen bij een architect te Leeuwarden en Roelof zal op soortgelijke wijze zijn bouwkundige opleiding gehad hebben.
		Amsterdam Watergraafsmeer	ca. 1900
		Oosterbeek	1908
		Vianen	1909
		Oudewater	1911
		IJsselstein	1911
		Barendrecht	1912
		Heerenveen	1915

L				Top
N. Lansdorp		Amsterdam Amstelparkbad	1932	Architect Nicolaas Lansdorp jr. is op 4 april 1885 te Amsterdam geboren. Hij heeft in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Heemstede en Haarlem gewoond. Op de leeftijd van 82 jaar, op 18 januari 1968, is N. Lansdorp overleden in het Groot Gasthuis in Haarlem.
D. de Leeuw Jr.		Assendelft	1885
		Bergen	1885
		Harderwijk	1894
		Bergen op Zoom	1899
J. Leijh		Haarlem Slachthuis	1907	Leijh werd in 1856 in Den Haag geboren als Jacobus Leijh, zoon van de laarzenmaker Jacobus Leijh en Isabella Theodora Hoek. Na een studie in Antwerpen en Wenen werd hij benoemd tot opzichter bij de gemeente Haarlem. Omstreeks 1880 werd hij op 23-jarige leeftijd benoemd tot gemeentearchitect aldaar. Overleed in 1902. L.C. Dumont volgde hem op en voltooide het slachthuis.
F.L.J. Lourijsen		Den Haag Wilshout	1926	Waarom Lourijsen architect is geworden en waar hij zijn opleiding heeft genoten is niet bekend. In 1920 wordt hij lid van de Haagse Kunstkring.
F.L.J. Lourijsen		Den Haag Duinzicht	1928
J.M. Luthmann		Kootwijk	1922	Julius Maria Luthmann werd op 28 januari 1890 in Maastricht geboren. Na zijn opleiding tot bouwkundig tekenaar in Rotterdam was hij van 1912 tot 1915 in Den Haag werkzaam, waarna hij voor verdere opleiding naar Amsterdam vertrok. Daar woonde hij ook toen hij van 1919 tot in 1923 in dienst was van (lees meer..)
J.M. Luthmann		Bergambacht	1950

M				Top
W.C. van Manen		Leiden Hoge Rijndijk	1908	Geen info
D.A.N. Margadant		Zandvoort Station	1908	Interessanter in dit opzicht zijn de stations van Amersfoort en Zandvoort, waarvan het laatste niet met zekerheid aan Margadant toegeschreven kan worden. Hier is de losse gevelopzet tot het uiterste doorgedreven, en speelt Margadant met motieven ontleend aan Berlage en de modieuze Jugendstil.
H. van Massenhove		Heerlen Imstenrade	1910	Henri Van Massenhove, geboren in Sint-Truiden in 1860 en overleden in Sint-Joost-ten-Node in 1934, is een Belgische architect. Henri Van Massenhove volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel (klas van 1885) en trad in 1889 in in het atelier van Henri Beyaert.
W. Meesters		Soestdijk Paleistuin	1680	De prins had er een speciale 'fountainier' voor in dienst genomen. Willem Meester. Hij was in gezelschap van Willem Adriaan van Nassau-Odijk naar Parijs gereisd om in Versailles, het gloednieuwe paleis van de Zonnekoning, 's Informer des inventions qui sont en usage pour les fountains'. De heren waren perplex, zoals elke bezoeker die het paleis zag: Le tout est magnefique á Versailles,' verzuchtte ook Hans Bentinck.
W. Mensert		Wieringerwaard	1928	In samenwerking met B.F. van Nievelt
W. Mensert		Hoogkarspel	1930	In samenwerking met B.F. van Nievelt
Megtervoet		Boxtel	1929	Geen info gevonden over Megtervoet. De naam van de architect is ontleend aan Watertorens in Nederland. En dat is dan ook de enige bron.
Megtervoet		Oisterwijk	1929
H.F. Mertens		Bilthoven	1926	Mertens werd geboren in Nederlands-Indië als zoon van Friedrich Heinrich Mertens en Anna Oetting. Hij volgde in Nederland zijn middelbare schoolopleiding en ging daarna studeren aan de toenmalige Technische Hogeschool Delft. Na het behalen van zijn ingenieursdiploma trouwde hij op 1 september 1910 met Maria Antoinette Krone, dochter van de kruidenier Johan Frans Krone en van Willemina Kampman. (lees meer..)
		Soest	1931
		Stadskanaal	1935
		Oude Pekela	1938
L. Molenaar		Zaandam Verkade Zaanzijde	1904	Piet Molenaar volgde, als laatste van een geslacht dat honderd jaar in de aannemerij werkte, zijn vader Lucas Molenaar op, een bekend aannemer, architect en taxateur
P. Molenaar		Zaandam Verkade	1931	Zijn belangrijkste werk is wel het gebouwencomplex van Koninklijke Verkade, ten westen van de Westzijde te Zaandam, omvattende de beschuitfabriek met op de bovenverdieping de kantoren uit 1926, alsook de biscuitfabriek met de karakteristieke watertoren uit 1931
J.A.M. Mulock Houwer		Deventer Ceintuurbaan	1892	Jan Anthony Mulock Houwer wordt in 1857 in het Zeeuwse Zierikzee geboren. Na opleidingen tot civiel- en bouwkundig ingenieur werkt hij anderhalf jaar bij de Amsterdamse architect Muysken. In 1882 wordt Mulock Houwer gemeente-bouwmeester van Deventer. De prestaties die hij daar verricht, leiden in oktober 1900 tot zijn benoeming in Groningen.
J.A.M. Mulock Houwer		Groningen Dr. C. Hofstede de Grootkade	1912
W.C. Mulder		Leiden Hogewoerd	1910	Na de voltooiing van zijn opleiding aan het M.S.G. in 1870 werkte Mulder als tekenaar en opzichter bij de architect Carel Blansjaar. Voor zover bekend is het eerste zelfstandige werk van Mulder de nieuwbouw van 6 werkmanswoningen in opdracht van de Leidsche Bouwvereeniging aan de Hoefstraat 28 t/m 38 te Leiden in 1873. Pikant detail is dat Mulder bestuurslid was van de Leidsche Bouwvereniging (Leidens oudste woningbouwvereniging). Hij was toen pas 23 jaar. Daarmee start zijn zelfstandige loopbaan.

N
F.J. Nieuwenhuis		Utrecht Slachthuis	1901	Ferdinand Jacob Nieuwenhuis was een Nederlands architect. Tussen 1890 en 1915 was hij directeur van gemeentewerken in Utrecht.
H. Nieuwland		Giekerk	1896	Geen info
B.F. van Nievelt		Kwadijk	1925	Deels in samenwerking met W. Mensert. In 1942 werd Van Nievelt hoofd van het PWN en dat is hij diverse jaren gebleven( volgde Mensert op).
		Wieringerwaard	1928
		Hoogkarspel	1930
E. Noorman		Tegelen	1939	Ingenieursbureau E. Noorman, Amersfoort, in 1951 o.l.v. van A.J.V. Bongaerts als Ingenieursbureau voorh. E. Noorman

O
B.P.J. Oomen		Hooge en Lage Zwaluwe	1948	Anthonius Wilhelmus Oomen had te Oosterhout een ingenieurs- en architectenbureau samen met B.P.J. Oomen; zij maakten deel uit van een uitgebreide familie van architecten in Oosterhout, en er zal wel eens verwarring zijn wat betreft toeschrijving van werken aan de diverse familieleden.
M. Op 't Root		Maastricht-Bergerstraat	1995	Ir. M. op 't Root is een architect uit Maastricht in de provincie Limburg. Het vestigingsadres van het architectenbureau is Bemelerweg 76A. Ir. M. op 't Root B.V. is opgericht op 27-03-1997.
S.L.A. Orie		Helmond Raymakers	1948	S.L.A. Orie was architect te Vught. Het ontwerp van de watertoren is van de hand van S.L.A. Orie, een industrieel ontwerper, die voor zover bekend geen andere watertorens in Nederland heeft getekend.

P				Top
J.L. Pateer		Utrecht Neckardreef	1935	bedrijfsleider Drinkwaterleiding Noord-West-Utrecht
W.F. Payens		Nijmegen Gasfabriek	1879	Nog vóór de opening (van de gasfabriek) op 1 april 1872 werd Paijens aangesteld als directeur van de Gemeentegasfabriek
G.J. Postel Hzn		Bontebrug	1938	Moest hij trouw blijven aan de traditie, zoals zo veel vakbroeders deden, of zou hij de vooruitgang volgen en het modernistisch gedachtengoed in zijn ontwerpen tot uitdrukking brengen? Postel liet zich niet in één richting duwen. Hij helde dan weer eens over naar de traditie, dan weer naar het modernisme. (Lees meer..)
		Doetinchem	1938
		Aalten	1943
C.B. posthumus Meyjes jr.		Meije	1931	...Als een van de eerste torens werd deze watertoren gebouwd met het systeem van glijbekisting: telkens nadat het beton droog was geworden, werd de bekisting een stukje hoger getakeld. Dat is nog te zien aan de gelijkmatige horizontale ringen om de toren.
C. Pouderoyen		Olst	1962	Pouderoyen studeerde na zijn HBS-B bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. Een van zijn leermeesters was M.J. Granpré Molière. Hier kreeg Pouderoyen interesse voor stedenbouw, en hij maakte kennis met de traditionalistische stroming de Delftse School.

Q
W.G. Quist		Eindhoven Antoon Coolenlaan	1970	De Nederlandse architect Wim Quist (Amsterdam, 1930) studeerde in 1960 af aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst, waarna hij zich in Rotterdam vestigde als architect.
C.L. Quéré		Zeist Woudschoten	1932	Charles Quéré was architect, NSB-lid en tijdens de bezetting wethouder van Openbare Werken in Utrecht,

R				Top
S. van Ravesteyn		Arnhem	1924	Tot de vroegste werken, die Van Ravesteyn als architect bij de Nederlandse Spoorwegen heeft ontworpen, behoren een dienstgebouw in Elst (1922), een loods met watertoren en een goederenloods in Arnhemse Broek (allebei 1924). Karakteristiek is het vooruitstekende platte dak. (Lees meer..)
		Goes	1925
		Breda	1927
		Roermond	1928
H. Reijgers		Enschede Jannink complex	1900	De belangrijkste nog bestaande textielfabriek is die van Gerh. Jannink & Zn. (Haaksbergerstraat 147). Deze stoomspinnerij en -weverij met ketelhuis en schoorsteen werd in 1900-'02 eveneens gebouwd naar plannen van Stott met H. Reijgers als uitvoerend architect
J. Reyn		Breda Slachthuis	1928	Nauwelijks info over J. Reyn gevonden
Th. Roijakkers		Helmond Vlisco	1884	Deze architect was geen specifieke watertorenontwerper en de Helmondse toren is dan ook, voor zover bekend, zijn enige project op dit gebied geweest.
A.H. Rood		Velsen Cokes & Erts	1923	A.H. van Rood (1885-1947) was één van de eerste gespecialiseerde industriearchitecten in Nederland. Hij volgde de opleidingen tot civiel en bouwkundig ingenieur in Delft en begon zijn loopbaan bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. In 1919 werd Van Rood betrokken bij de bouw van (Lees meer..)
A.H. Rood		Velsen MEKOG	1947
C. de Rooy		Noordschans Landbouwhuis	1928	De Willemstadse architect De Rooy ontwierp onder andere ook landhuizen in Zevenbergen (Zonnehoek) en Fijnaart, Christelijke Nationale Scholen in Willemstad en Fijnaart, en een gereformeerde kerk in Dinteloord (samen met Egb. Reitsma). . Het Landbouwhuis in Klundert was zijn enige watertoren.
J.P.F. van Rossem		Wormerveer de Adelaar	1908	Na het hoofdkantoor aan de Zaanweg te hebben gebouwd, bouwden zij (samen met Vuijk) in 1893 bouwden nieuwe rijstpakhuizen in Wormerveer voor de firma J.A. Laan. In de jaren 1889-1915 ontwierpen zij voor meerdere Zaanse ondernemers fabrieken, pakhuizen, ketelhuizen, kantoren, een machinehal en een graansilo.
J.P.F. van Rossem		Wormerveer De Vlijt	1899

S				Top
B.A. Salbach		Groningen Hereweg	1880	De toren is een kleinere uitvoering van de in 1876 naar zijn ontwerp) in Krefeld gebouwde en nog steeds bestaande watertoren met een inhoud van 1600m3. ) Duitstalige bronnen vermelden Johann Burkart als architect
H. Sangster		Dongen	1923	Sangster had een eigen visie op de architectuur van watertorens. In zijn tijd hadden de watertorens een groot en breed waterreservoir dat duidelijk uitstak t.o.v. de onderliggende dragende delen. Hij had een hekel aan deze – zoals hij het ooit uitdrukte - “bakken op poten". In zijn visie moesten het reservoir en het dak één organisch geheel vormen. Ook de relatie met de omgeving had zijn aandacht. Het silhouet van de toren moest goed in het landschap passen en de vorm van het dak moest zich scherp aftekenen tegen de lucht. Omdat de Hollandse luchten vaak grijs zijn, werd veelal koper als dakbedekking gekozen. In het begin van de 20e eeuw werd voor het eerst gewapend beton toegepast, en dit werd dan ook voor de dragende delen van de toren gebruikt. Daar waar het beton niet met baksteen werd bedekt, moest het – zoals Sangster ooit schreef – een “sprekend motief" krijgen. Evenals de architecten van de Amsterdamse school wist hij baksteen in combinatie met beton tot een visueel aantrekkelijk geheel samen te stellen. De watertoren van Aalsmeer is hiervan een goed voorbeeld. Daar waar de Amsterdamse Schoolarchitectuur met name in uitblinkt in gebogen lijnen en vormen, paste Sangster meer Art-Déco motieven toe welke veel strakker en met name meer symmetrisch zijn. Bij veel van de nog overgebleven watertorens (o.a. Raamsdonksveer en St. Philipsland) zijn de bakstenen echter weggepleisterd zodat veel van het oorspronkelijke uiterlijk verloren is gegaan.
		Etten-Leur	1924
		Steenbergen	1924
		Zevenbergen	1924
		Dinteloord	1925
		Fijnaart	1925
		Hooge Zwaluwe	1925
		Kaatsheuvel	1925
		Raamsdonkveer	1925
		Sint Philipsland	1925
		Zutphen	1926
		Aalsmeer	1927
		Naaldwijk	1930
		Gilze	1932
		Lichtmis	1932
		Domburg	1934
		Vriezenveen	1934
		Almkerk	1935
J.B. Sante		Zaandam De Vrede	1918	In 1917 krijgt hij van Kamphuys de opdracht om een stoommeelfabriek te ontwerpen. Het gebouw krijgt de naam „De Vrede”. Deze fabriek bevindt zich aan het eind van de Vredeweg langs het Noordzeekanaal. De Vrede is een gebouw dat door zijn ligging en uiterlijk altijd een wat mysterieuze uitstraling heeft gehad. Toch heeft Van Sante ook hier weer Art Deco kenmerken in weten te plaatsen.
J.W. Schaap		Katwijk (ZH)	1878	Schaap was in eerste instantie opgeleid als timmerman en heeft zich via krullenjongen en werkgezel opgewerkt tot architect. Eerst als opzichter van de Universiteitsgebouwen en daarna, vanaf 1863 als stadsarchitect van Leiden.
J.H. Schmidt		Nijmegen Goffertpark	1935	Voor het ontwerp van park en gebouwen in het park, is de Dienst Gemeentewerken Nijmegen ingeschakeld. Alhoewel Siebers steeds bij de ontwerpfase betrokken is gebleven, hebben plantagemeester J.H. Schmidt en technisch ambtenaar D. Monshouwer de definitieve ontwerpschets gemaakt.
P.M. Scholl		Tegelen-Steyl	1909	Geen info gevonden
J. Schotel		Gouda	1883	Schotel leerde op jonge leeftijd het metselaarsvak van zijn vader Cornelis Johannes Schotel, op zijn veertiende schreef hij zich in bij de tekenschool. In 1871 trouwde hij met Anna Cornelia Schrijft. In Dordrecht begon als hij aannemer, later werd hij architect-ingenieur te Rotterdam. Hij ontwierp ook andere zaken dan watertorens, zoals een ensemble van dertien woonhuizen in de Adriaan van Bleijenburgstraat in Dordrecht. Deze woningen in overgangsstijl met invloed van de Art Nouveau hebben de status van rijksmonument. Mooi te zien in het oeuvre van J. Schotel is het volgen van de heersende trends in de architectuur. Zijn de eerste torens nog in een neoromaanse stijl, rond de eeuwwisseling verschijnen de in neorenaissance stijl vormgegeven torens die aan het einde van het eerste decennium de dan geldende invloed van de Art Nouveau volgen. Al deze torens kenmerken zich door een nauwgezette toepassing van decoratieve elementen met als hoogtepunten de in neorenaissancestijl opgetrokken en uitbundig versierde watertoren van Overveen en later de watertoren van Boskoop met fraaie Jugendstilkenmerken (helaas is de hoed ontmanteld). De laatste toren in Voorschoten was functioneel vormgegeven in gewapend beton daar dit goedkoper was.
		Gorinchem	1886
		Sliedrecht	1886
		Zwolle	1892
		Breda	1894
		Overveen	1898
		Voorburg	1898
		Helmond	1900
		Winschoten	1902
		Zaltbommel	1905
		Woerden	1906
		Weesp	1907
		Den Helder	1908
		Boskoop	1908
		Voorschoten	1910
J.L. Seeuwen		Amsterdam Ouderamstel	1910	Bij rijksmonumenten wordt J.L. Seeuwen aangemerkt als ontwerper. In een artikel in Ons Amsterdam wordt hij aangemerkt als aannemer en is vermoedelijk P. Brouwer de ontwerper.
J.M. Snickers		Heeswijk	1870	Snickers trad in 1880 als ontwerper toe tot het Rotterdamse architectenbureau van Evert Margry, een belangrijke leerling van Pierre Cuypers en voornamelijk actief in de bouw van katholieke kerken.
J.F. Staal		Amsterdam Nieuwezijds Voorburgwal	1930	Jan Frederik Staal werd in 1879 in Amsterdam geboren. In 1902 was hij als architect werkzaam in het het Nederlandse aannemersbedrijf van zijn vader,Staal en Haalmeyer, tezamen met zijn compagnonAlexander J. Kropholler (1881-1973).
Th. Stang		Middelburg	1892	Th. Stang was o.a. technisch adviseur bij de watertoren aan de Pompstationweg in Den Haag.
F.H. Steeneken		Vrieheide	1965	Geen info
C. Steinert		Lichtenvoorde Leerfabriek	1920	Het is helaas niet bekend hoe deze keuze en het contact met de architect tot stand gekomen is. De herkomst van de architect is aan de bouwstijl van het gebouw nog duidelijk af te lezen. Het ontwerp van de fabriek vertoont namelijk invloeden van de zogenaamde voor de periode 1910-1920 kenmerkende uit Duitsland afkomstige Um 1800-stijl.
C.J. van Spall		Den Helder	1856	C.J. van Spall was directeur van de Leidsche Duinwater Maatschappij
C.J. van Spall		Katwijk	1878
A. van der Steur		Ter Apel	1924	Hij was een zoon van J.A.G. van der Steur (die ook weer een zoon was van ‘opa’ Ad van der Steur sr.) en broer van J.A.G. van der Steur jr. Het stationsgebouw Ter Apel omvat behalve het station, een douanegebouw, een locomotiefloods, een woning en een watertoren.
J.A.G. van der Steur Jr.		Oss Organon	1951	J.A.G. van der Steur jr. (1899-1966) was civiel ingenieur

		Nijmergen Sappi	1956
A.J. Stevens		Heerlen Oranje Nassaumijn toren 1	1952	Geen info
S. Stott		Enschede Jannink-complex	1900	Het derde en belangrijkste voorbeeld van Engelse inbreng is de weloverwogen planning van 'Rigtersbleek', waarbij Sidney Stott (1858-1937) als architect werd ingeschakeld. Deze zoon van Abraham Henthorn Stott werkte eerst hij zijn vader, maar richtte ten tijde van de 'mill-building boom' van 1883-1884 zijn eigen bureau op.
		Enschede Van Heek Noorderhagen	1897


P.D. Stuurman		Moordrecht	1924	P.D. Stuurman werd in 1885 in Ammerstol geboren als zoon van Adrianus Johannes Stuurman en van Leentje de Jong. Hij vestigde zich als architect in Waddinxveen. Hij ontwierp diverse markante gebouwen in Waddinxveen en omgeving, waarvan er enkele zijn erkend als rijksmonument.
		Bergambacht	1937
		Waddinxveen	1940

T				Top
C.B. van der Tak		Rotterdam De Esch		De oude watertoren van Rotterdam in De Esch is gebouwd in 1871-1873. Een aantal werkplaatshallen maakt deel uit van het complex. Deze watertoren is de oudste nog bestaande watertoren van Nederland. De watertoren heeft een hoogte van 48 meter en telde zeven waterreservoirs.
H.J. van Tulder		Vught Brandblustoren psychiatrisch ziekenhuis	1903	De Tilburgse bouwmeester Hendrikus Jacobus van Tulder was in de periode van 1850 tot 1900 werkzaam temidden van de hevige bouwbedrijvigheid in Noord-Brabant en maakte daarbij vruchtbaar gebruik van de pluriforme stijl- en constructievormen die in dit tijdvak tot stand kwamen. Van Tulder genoot zijn opleiding waarschijnlijk begin jaren 1840 in Antwerpen
Jac. Turlings		Meijel Tramremise	1921	chef afd. gebouwen Limburgsche Tramweg Mij., Roermond

V				Top
J.J.M. Vegter		Dokkum	1958	J.J.M. Vegter onderwees van 1956 tot 1964 aan de Technische Hogeschool in Delft. Als leerling van Marinus Jan Granpré Molière behoorde hij in de beginjaren tot de Delftse School. Vegter was rijksbouwmeester van 1958 tot 1971 en werd benoemd tot Officier in de orde van Oranje-Nassau.
		Drachten
		Drachten	1959
K. Visser		Leijduin toren 2	1967	De vormgeving van de gebouwen te Leiduin en Weesperkarspel is verzorgd door architect K. Visser van het Bureau Elling BV, Visser van Gelderen architectcn BNA te Amsterdam.
K. Visser		Leijduin toren 3	1986
Visser en Smit Papendrecht		Leerdam Oude Watertoren	1900	Johannes Smit zet met Martinus Visser in 1900 samen een architectenbureau op. Het eerste gezamenlijke werk was de waterleiding en watertoren te Waalwijk. Er werd een firma opgericht te Oud-Beijerland onder de naam Visser en Smit: ontwerpers en uitvoerders van drinkwaterleidingen te Papendrecht en Oud-Beijerland. Het bureau en tekenkamer was gevestigd te Oud-Beijerland en Johannes Smit was een goede tegenpool als actieve en extraverte man, wist door zijn werk als fabriek meer van de juridische kant van zaken en kende hij de ambtelijke taal; ook nam hij volop deel aan het sociale leven. De 12 jaar oudere aannemer Martinus Visser was een rustige bedaarde en bescheiden man, een man van de praktijk, een echte waterbouwer en ondernemer. Johannes Smit ging voortvarend te werk en kreeg door zijn vele contacten als opzichter, architect en cementsteenfabrikant en vele neven uit de scheepsbouwersfamilie Smit al gauw deelnemers voor de koop van aandelen in de aan te leggen waterleidingen. Tevens was hij goed in de onderhandelingen met de gemeente over de voorwaarden van de concessie's en e.v.t. lonen enz. Op 24 mei 1919 passeert de akte bij notaris I.G. ten Doesschate te Oud-Beijerland: Dat is teruggetreden uit de Firma "Visser en Smit" te Papendrecht medefirmant Dhr. Johannes Smit Fopz en dat vanaf die datum hij als firmant wordt opgevolgd door zijn zoon Jacob Pieter Smit, architect te Waalwijk met de andere firmanten Jan Teunis Visser Martz en Gerrit Visser Martz, aannemers te Papendrecht. Jacob Pieter Smit, die intussen al de nodige ervaring op had gedaan achter de tekentafel op het kantoor bij zijn vader en als opzichter bij werken van Visser en Smit. Johannes Smit is een actieve man geweest binnen de gemeenschap van de Hoekse Waard; 34 jaar was hij fabriek/architect van het waterschap. Op 1 december 1903 werd hij lid van de gemeenteraad voor de liberalen tot 8 januari 1937 bij zijn afscheid, ontving hij als blijk van waardering voor de verdiensten welke hij had gehad voor gemeente, de gouden draagpenning van de gemeente Oud-Beijerland. Hij was 35 jaar directeur van de Waterleiding Oud-Beijerland en oprichter van diverse scholen o.a. de technische school in Oud-Beijerland en was commissaris van diverse waterleidingbedrijven. Hij stierf op 12 januari 1950 op hoge leeftijd te Oud-Beijerland. Bron: 2. VISSER EN SMIT EN BOTTENBERG EN DE HANDEL IN SCHOON DRINKWATER
		Waalwijk	1901
		Oud- Beijerland 2e toren	1902
		Doorn	1902
		Eindhoven W. Elsschotlaan	1904
		Alblasserdam	1905
		Rijsoord	1906
		Slikkerveer	1906
		Bodegraven	1907
		Krimpen aan de Lek	1909
		Heinenoord	1910
		Culemborg	1911
		Hendrik Ido Ambacht	1911
		Maarssen	1911
		Leerdam Lingestraat	1912
		Hoorn	1913
		Gravendeel	1914
		Strijen	1914
		Nieuw Lekkerland	1915
		Dubbeldam	1916
		Ouderkerk a/d IJssel	1916
		Klaaswaal	1928
		Leerdam Nieuwe Watertoren	1929
J. Verheul Dzn In samenwerking met H.P.N. Halbertsma		Schiedam	1885	De ronde, bakstenen toren te Schiedam had een hoogte van 34 m en een capaciteit van 600 m³.
		Leeuwarden Zuidplein	1888	De watertoren had een hoogte van 37 meter en een waterreservoir van 500 m³
		Amsterdam Amsteldijk	1888	De toren had een hoogte van 40,00 meter en een waterreservoir van 500 m³
W. Verschoor		Den Haag Boschzicht	1920	In combinatie met C. Rutten
W. Verschoor		Den Haag Arendsburg	1926	Het waterreservoir neemt in dit woonhotel een bescheiden plaats in. Anders dan bij een aantal andere krijgt het geen expressieve uitdrukking in de architectuur van het complex. Het bevindt zich op het centrale trappenhuis aan de parkeerplaats aan de achterzijde.
G.J. Vos		Bussum Chocoladefabriek	1906	Inmiddels gesloopt
W. de Vrind jr.		Den Haag De Hofstad	1931	Dit woonhotel op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Zoutmanstraat werd net als het nabij gelegen Oldenhove ingepast in een gesloten bouwblok. Het vijflaagse gebouw met dubbele toren voor het trappenhuis en het waterreservoir was uitsluitend bestemd voor alleenstaanden.
W.J. Vuijk		Wormerveer de Adelaar	1908	Na het hoofdkantoor aan de Zaanweg te hebben gebouwd, bouwden zij (samen met van Rossum) in 1893 bouwden nieuwe rijstpakhuizen in Wormerveer voor de firma J.A. Laan. In de jaren 1889-1915 ontwierpen zij voor meerdere Zaanse ondernemers fabrieken, pakhuizen, ketelhuizen, kantoren, een machinehal en een graansilo.
W.J. Vuijk		Wormerveer De Vlijt	1899

W				Top
M.A. van Wadenoijen		Sneek Spoorweg-watertoren	1882	Van Wadenoijen heeft altijd voor de overheid gewerkt. Veelal zorgde hij voor het onderhoud van rijksgebouwen, maar in de laatste decennia van de 19de eeuw ontwierp hij spoorwegstations, zowel in Nederland als in Duitsland.
A..J. van Walraven		Velsen Noord Hoogovens Mekog	1947
F.A. Warners		Noordwijk	1917	...De invloed van Kramer was korte tijd aanzienlijk, getuige enkele van zijn ontwerpen tussen 1916 en 1918. In deze tijd ontwierp Warners een aantal bouwwerken waar hij de expressieve vormentaal van de Amsterdamse School ten volle benutte: de watertoren te Noordwijk in 1916, een niet uitgevoerd ontwerp voor 'Huize Zuidwijck' aan ...
F.A. Warners		Den Haag Oldenhove	1930	...Aan de Laan van Meerdervoort in 's-Gravenhage bouwde Warners voor de AMEE het gebouw 'Oldenhove' (1930), een flatgebouw met vier woonverdiepingen, winkels, kantoren en een autoshowroom. De AMEE werkte volgens een vast patroon. Nadat de grond was verkregen en de ontwerpen voor het gebouw goedgekeurd waren, werden er aandelen ...
A.H. Wegerif		Den Haag Willemspark	1931	Wegerif is vooral bekend om zijn vele villa's, die overal in het land verrezen, maar vooral in Apeldoorn, tot 1925, en daarna in Wassenaar.
E.G Wentink (sr)		Ermelo Veldzicht	1888	Wentink stamde uit een geslacht waarin diverse leden vanaf de tweede helft van de 19e eeuw architect waren.
W.H. Wessel		Lochem	1924	De heer W.H. Wessel (geboren 9 augustus 1895) was Directeur der Gemeentewerken (gemeentearchitect) van 16 november 1921 tot 1941. Daarna werd hij in Hoorn ook benoemd als gemeentearchitect.
A. P. Wesselman van Helmond		Oss	1951	Jonkheer A.P. Wesselman van Helmond voerde een architectenbureau samen met J.A.G. van der Steur jr. Hij bouwde vele watertorens (o.a. te Oss, Tegelen (?), Akkrum). Tevens was hij verantwoordelijk voor de gebouwen van papierfabriek 'Gelderland' te Nijmegen.
		Nijmegen Sappi	1956
		Akkrum	1957
		Sint Jacobi-parochie	1957
J.G. Wiebenga		Maastricht Cokesfabriek	1912	Omstreeks 1903 keerde de familie Wiebenga terug naar Nederland. Het gezin vestigde zich in Den Haag en Gerko Wiardus begon in Rotterdam een eigen adviesbureau. J.G. Wiebenga was toen zeventien jaar en bezig de HBS af te maken. Daarna wilde Wiebenga wilde een opleiding tot architect gaan volgen, maar zijn vader vond hem (lees verder...)
J.J. Wielders		Schimmert	1927	Jan Joseph Wielders werd op 3 september 1883 te Sittard geboren. Zijn vader was meubelmaker. De familie verhuisde kort na Jozefs geboorte naar Nieuwstadt. Op 13-jarige leeftijd ging Jos naar de Tekenschool van Roermond. Nadat hij de Tekenschool doorlopen had, trad hij in 1902 in dienst bij architect ir. Joosten te Valkenburg.
C.J. Wierda		Joure	1928	Geen info
J. Wildeboer		Hoogeveen	1927	De in 1892 in Hoboken, New Jersey, geboren architect Jan Detert (John) Wildeboer woonde en werkte in de streek van Haarlem en Aerdenhout.
J.C. van Wijk		Maassluis	1890	Rotterdamse architect van de Passage in Rotterdam. Bouwde ook De Passage in Den Haag. J.C. van Wijk, E.M. Hakkert, C.W. Hoogendijk
W.K. de Wijs (sr)		Utrecht	1916	W.K. de Wijs sr. (1884-1964) Willem Karel de Wijs heeft vanaf 1917 als particulier architect verscheidene scholen (o.a. Hogere Textiel School De Maere, Ripperdastraat te Enschede; in gebruik genomen 12 september 1922), landhuizen en woningcomplexen (o.a. in de wijk Pathmos te Enschede, 1915-1920) gebouwd.
A.A. Willems		Woudenberg	1937	Geen info
W.G. Witteveen		Onnen	1925	Van 1919 tot 1924 werkte Witteveen bij de Staatsspoorwegen onder G.W. van Heukelom, de ontwerper van Hoofdadministratiegebouw III (hgb III ofwel de Inktpot) in Utrecht.
R. van der Woerd		Enschede-Rozendaal	1907	Rudolf van der Woerd Hz. (Deventer 31-1-1867/na 1906) ontwierp in de periode 1895-1906 in totaal 64 werken, met een gemiddelde van fl. 7.700 per werk. In het begin bouwde hij vrijwel uitsluitend woningen, vooral in de omgeving van 't Getfert en de Boddenkamp.

Z
J. Zietsma		Zandvoort Nieuwe Watertoren	1950	Werkte veel samen met andere architecten