|
Het Maasbommels Stoomgemaal werd in 1868 gesticht op de plaats van de Maasbommelse watermolen. Het werd uitgerust met een scheprad, dat omdat het gemaal 500 meter landinwaarts lag, uitmaalde op een voorboezem (uitvliet). Bij hoge waterstand van de Maas kon dit gemaal niet draaien, omdat het boezemwater dan niet meer naar de Maas kon vloeien. Dan draaide men het water in de uitvliet en pas later op de Maas. Via ondergrondse duikers kwam het water ook op de Leeuwensche Wetering uit, zodat het water ook via het Leeuwensche stoomgemaal kon worden afgemalen. De installatie bestond uit twee stoomketels en een Smulders stoommachine van 35 pk. Deze maakte 10 omwentelingen per minuut en dreef een scheprad aan met een diameter van 5,40 m en schoepen van ongeveer 40 cm breed. De capaciteit van het gemaal was 44 m3 per minuut. Het stoomgemaal heeft gewerkt tot 1945/1946. De Storkketel ging naar een textielfabriek; de overige installatie werd verkocht als oud ijzer. De schoorsteen werd in 1948 gesloopt. Bron: Nederlandse Gemalen Stichting |