...Er waren elf inschrijvingen. De hoogste voor een bedrag van rond f. 33,000,-- en de laagste voor f 25.990,--. Aan Pieter Jan Blaauw, aannemer to Hoorn, werd het werk gegund.
De bouw begon: Het gemaal werd voorzien van een vijzelstoomtuig plus Gallowaiketel met een verwarmingsoppervlak van
60 m2 alsmede een imponerende schoorsteen. De vijzel had een middellijn van 1.80 m en een wateropbrengst per minuut van 20 m3. (Thans in 1980 is dat 300 m3 voor beide elektrische gemalen tesamen.)
In die tijd was het zomerpeil 1.82 en het winterpeil 2.02 meter; beide onder AP uiteraard.
Wel: de secretaris van de Oosterpolder - Barend Leopold Jung - kon met gepaste trots het nieuwe stoomgemaal aan alle,
óók de aanvankelijk zo sceptische, belanghebbenden laten zien.
In 1915 was de capaciteit (wateropbrengst) van het gemaal al 110 m3 per minuut, hetgeen to danken was aan een reconstruktie uit 1904, waarbij o.m. de schoorsteen gesloopt werd en vervangen door een nieuwe.
Maar voor alles is op deze aarde een tijd van komen en gaan. Ook voor stoomgemalen. En zo kwam in 1953 aan het voor vele Hoornaars zo vertrouwde beeld van ''hun''
stoomgemaal, die overigens drie watermolens had verdrongen, een einde.
De machtige tot ieders verbeelding sprekende rookpluim boven de schoorsteen bleef uit. Een fonkelnieuw elektrisch gemaal werd gebouwd èn het stoomgemaal verviel tot een prooi voor de slopers (Anno 1980 zouden we er zonder meer een museum van gemaakt hebben!).
Bron: Kwartaalblad 1980-3 Oud-Hoorn
|